
Soms is er veel stress in een gezin door een belast verleden, meegemaakte gebeurtenissen, woon en leefomstandigheden, lichamelijke, psychische en/of psychiatrische problemen bij één of meerdere gezinsleden. De problemen van de gezinsleden zijn dan dusdanig met elkaar verweven dat het gezins-functioneren er behoorlijk onder lijdt. Meestal is er dan vanuit de reguliere hulpverlening al hulp geweest maar heeft dit onvoldoende effect gehad omdat er bijvoorbeeld wel aandacht is geweest voor de individuele gezinsleden maar minder voor het gezin als geheel. Of er is slechts enkelvoudige hulp ingezet, het resultaat van de hokjes in de zorg. Dit werkt niet omdat er een integraal plan nodig is, wat uitgaat van hoe het gezin wil functioneren (daarbij rekening houdend met (on)mogelijkheden). Dit vraagt maatwerk. Eerst is er een buffer nodig om de stress binnen het gezin te reguleren. Daarna kan samen met de ouders (en eventueel oudere kinderen) een plan gemaakt worden, waarbij nagedacht wordt over wat iedereen nodig heeft en hoe het gezin (weer) in hun kracht geholpen kan worden. Soms moeten er eerst behoorlijk wat obstakels aangepakt worden zodat de gewenste situatie steeds meer kan gaan ontstaan.
Bij het bieden van maatwerk werken we vanuit de volgende theoretische achtergrond:
Een gezamenlijk kader maken (oplossingsgericht werken en systeemgericht werken)
Vanaf de start van de hulp gaan we samen met het gezin op pad naar de gewenste verandering, waarbij de wens en de hulpvraag van het gezin het vertrekpunt zijn. Het contact van mens tot mens, tussen de gezinsleden en ons als team is het startpunt van de reis. De gezinsleden zijn zelf de regisseur van hoe ‘de reis’ verloopt. De samenwerkingsrelatie met de gezinsleden en belangrijke betrokkenen van het gezin staat hierbij centraal en wordt zo optimaal mogelijk benut. Vanuit de systeemvisie is er aandacht voor de gezinsleden (de delen), voor de onderlinge relaties en voor het gezin in haar context (het geheel). Er wordt geschakeld tussen deel en geheel omdat de individuele ouder- en kindkenmerken het gezinssysteem en de context van het gezin beïnvloeden en versterken (Pont, 2007).
Multi-methodische aanpak vanuit ouderschap
Als er veel stress binnen een gezin is en er veel verschillende problemen die met elkaar verweven zijn dan is er multi methodische en omvattende vorm van hulp nodig waarbij kennis vanuit de psychiatrie, de psychologie en de pedagogie gebundeld ingezet wordt. Er is dan een integrale aanpak nodig. We maken gebruik van kennis van volwassen-, kinder- en jeugdpsychiatrie, psychologie, psychotherapie, orthopedagogiek en systeemtherapie. De integratieve benadering is nodig omdat één enkele invalshoek onvoldoende oplossing biedt voor de veelheid aan problemen. Kennis uit de volwassenen psychiatrie en de kinder- en jeugdpsychiatrie helpt om gedachten rondom problemen en talenten te organiseren. Een psychiatrische beperking bij ouders en of kinderen bekijken we vanuit ouderschap: waar kan de ouder bij het kind reële invloed organiseren en waar niet. Wat kan je in het algemeen van een kind verwachten en wat niet? Wat kan je van een kind verwachten als het een psychiatrische beperking heeft? Wat kan je van je partner verwachten als hij of zij een psychiatrische beperking heeft en wat kan je niet verwachten in gezamenlijk ouderschap?
Ervaringsgericht werken
Binnen onze visie onderkennen we de ervaringsafhankelijke groei van het centrale zenuwstelsel. Ons brein en autonome zenuwstelsel wordt gevormd door ervaringen, en het verandert dus ook onder invloed van ervaringen. Onze levenservaringen bepalen hoe belangrijke systemen in ons brein zijn georganiseerd en functioneren. Zowel in de baarmoeder als later in het gezin zijn vroegkinderlijke ervaringen van invloed op het autonome zenuwstelsel van het kind en creëren vaste responspatronen (Dana, 2021). ‘Wat is je overkomen?” is de belangrijkste vraag als je iemand beter wilt begrijpen en ook als je het brein wilt begrijpen. Onze persoonlijke voorgeschiedenis, de mensen en dingen in je leven, resulteert erin dat ieders brein uniek is (Perry & Winfrey, 2021).
Ons lijf zit zo in elkaar dat we gericht zijn op overleven. We beginnen vanaf de start van ons leven met een levenslange zoektocht om ons veilig te voelen in ons lichaam, onze omgeving en binnen relaties met anderen. Het autonome zenuwstelsel is ons persoonlijke beveiligingssysteem, altijd wakend om de vraag te kunnen beantwoorden: “Is het veilig?” Het heeft tot doel om ons te beschermen door aan te voelen of we veilig zijn, in gevaar of in levensgevaar verkeren (Dana, 2018), We werken veel vanuit de concepten vanuit de Polyvagaal theorie die uitlegt hoe ons persoonlijk beveiligingssysteem werkt.
We hebben prachtig werkende overlevingssystemen die voor de ontwikkeling van ons lijf, ons brein en het aangaan van relaties (centrale zenuwstelsel/primaire reflexen/ co-regulatie & hechtingssysteem/drieledig brein/ linker- & rechterhersenhelft) zorgen. Wanneer deze systemen door fijne ervaringen met anderen, vanuit een gevoel van veiligheid en gezonde hoeveelheid stress verder ontwikkelen (met een hechtingsfiguur die als buffer dient), komt er meer en meer integratie tussen alle hersendelen, voelen we ons lekker in ons lijf en binnen de relatie, groeien we op alle ontwikkel domeinen en worden we veerkrachtig voor tegenslagen.
Aansluiten bij ons biologisch fundament en bewust (nieuwe) ervaringen opdoen, biedt vele kansen om ouders en kinderen waarbij de ontwikkeling niet vanzelf gaat of waarbij ouder-factoren, omgevingsfactoren en ingrijpende gebeurtenissen ervoor gezorgd hebben dat de afstemming tussen ouder en kind niet (meer) soepel lopen, te helpen. We maken hier bewust gebruik van in onze begeleiding.
Traumasensitief werken & profiteren van het kalme brein van de ander
We werken traumasensitief in de zin dat we rekening houden met het feit dat de ouders en kinderen waar we mee werken ingrijpende gebeurtenissen hebben meegemaakt waardoor hun stresssysteem in de war is (hyper (fight/flihgt) /hypo (freeze) reacties.) Vertrouwen hebben in zichzelf en de ander kan hierdoor lastig zijn. We nemen de tijd om elkaar te leren kennen en sluiten aan bij wat er kan en mag. We gaan er vanuit dat de die we als professional met een kind en gezin aangaan op zichzelf al een helend effect kunnen hebben.. Bij beschadiging en trauma hebben we positieve menselijke ervaringen nodig om te kunnen herstellen. We weten uit hersenonderzoek dat het brein kan veranderen door herhaalde stimulering van hersengebieden en dat je een bepaald aantal herhalingen nodig hebt om tot die verandering te komen. Bruce Perry (neurowetenschapper) ontwikkelde het Neurosequentiele Model of Therapeutics een model wat er op gericht is om voor het kind een gezonde omgeving te creëren waarin het kan herstellen. Het model gaat uit van de kennis over de invloed van traumatische ervaringen op de ontwikkeling van ons brein. Het aanbieden van veel lichamelijke en zintuiglijke ervaringen zijn hierbij nodig om de hersenontwikkeling te stimuleren. Daarnaast is het opdoen van zoveel mogelijk positieve gezonde menselijke ervaringen centraal. We hebben als mensen spiegelende centrale zenuwstelsels en maken en proberen goed voor onszelf te zorgen zodat we zelf kalme breinen hebben in de begeleiding. Hoe meer gezonde relaties ouder(s) en het kind hebben des te groter de kans op herstel van trauma en op groei. Relaties zijn de instrumenten van verandering en de krachtigste therapie is menselijke liefde. De weg naar herstel kan lang zijn en kost tijd en toewijding. Hoe langer de verwaarlozing of het trauma heeft plaatsgevonden hoe langer er nodig is om te herstellen. Ook geldt hoe ouder je wordt, hoe meer tijd het kost. Met jonge kinderen is het eenvoudiger om bijvoorbeeld een vergelijkbare lichamelijke en zintuiglijke ervaring te creëren (bijvoorbeeld wiegspelletje). Bij een adolescent vergt dit meer creativiteit. Ouders/verzorgers helpen we om zelf ook deze ‘therapeutische’ ervaringen te bieden.
Infant Mental Health visie (IMH)
De essentie van Infant Mental Health visie, is het bevorderen van de kwaliteit van de ouder-kind relatie om de ontwikkeling van het jonge kind te optimaliseren. Baby’s en jonge kinderen ontwikkelen doordat ze steeds in contact zijn met hun ouders of belangrijkste verzorgers. Ze zijn in contact voor de basisbehoeften als eten, drinken en fysieke veiligheid, maar ook voor hun emotionele behoefte als regulatie, emotionele veiligheid, warmte en geborgenheid. De ouder-kindrelatie speelt daarom een belangrijke rol bij de ontwikkeling van jonge kinderen. In een veilige ouder-kindrelatie ontwikkelen jonge kinderen zich het meest optimaal. De ouder-kindrelatie heeft een grote invloed op vele gebieden, zoals: de biologische kenmerken & de gezondheid, de breinontwikkeling, het temperament van het kind, het gedrag van het kind, de binnenwereld (gedachtes, gevoelens), de ontwikkeling (o.m. cognitief, taal, motoriek en sociaal emotioneeel). Bovendien zijn er omgevingsfactoren die weer krachten uitoefenen op de ouder-kindrelatie en de ontwikkeling van zowel het kind als de ouder. De combinatie van al die verschillende factoren, maakt ook dat elke situatie en elk gezin uniek is. Het is van daaruit belangrijk om steeds op maat te kijken naar wat er nodig is. De IMH visie heeft oog voor dit samenspel tussen omgeving, biologische factoren en de ouder-kindrelatie. Vanuit de IMH-visie kijken we breed naar het ontwikkelingsverloop van het kind, de ouder en belangrijke anderen. We hebben aandacht voor de kwaliteit van de verschillende relaties en ook voor hoe deze relaties de fysiologische kenmerken als verhoogde arousal tot aan sociaal-emotionele factoren en gezondheid beïnvloeden.
